Nog maar nauwelijks stonden de molenaar en ik in het huisje op het windpark of het begon te gieten. “Als het zo blijft”, zeiden we tegen elkaar, “komt er helemaal niemand”. Maar nog voor het middaguur klaarde het op en konden we de eerste bezoekers begroeten. Een vader en drie kinderen namen plaats aan de tafel met potloden en kleurtekeningen. Andere kinderen hadden thuis al tekeningen gemaakt van molens met vier wieken: eentje staand in het land en eentje hangend uit de bovenste etage van een flatgebouw. Dat was nog eens iets nieuws, vond ook onze molenaar. Alle inzendingen gaan naar Utrecht voor de wedstrijd, dus wie weet wat er nog van komt. Bezoekers die later kwamen vonden het huisje vrij vlot, hoewel ze het aanwijsbord niet hadden gezien. Hoe kon zo’n echtpaar uit Lunteren, dat eerder op de dag in de molen in Medemblik was geweest, zo’n opvallend ding aan het begin van een klein weggetje nou over het hoofd zien? We stonden allemaal bij het raam toen grote een groot schip door het kanaal voer met drie gigantische ketels aan boord. “Die komen uit ’t Zand, waar ze worden gemaakt,” wist de molenaar, die alle bezoekers meenam naar de dichtstbijzijnde molen om het display met opbrengsten te laten zien. “We gaan deze kant op”, zei hij tegen mij, toen ik aanstalten maakte naar een trafohuisje te lopen bij een mast zonder gondel. Gelukkig had niemand het echt in de gaten, ook die schooljongen niet die zelf een windturbine wil maken, en die eerst eens een werkstuk over windenergie maakt. De molenaar gaf hem een naam van een gepensioneerde turbinebouwer die toevallig in de buurt woont. En toen kwam er ook nog een familielid met een slaperig, misschien wel verlegen kindje op de arm binnenstappen. Die wilde helemaal niet tekenen voor windenergie. Nou, dan niet, er hoeft niks vandaag. Dan wordt het koek met een glaasje Fanta. Later kwamen er nog leden van Kennemerwind die in de buurt woonden en een meneer van bijna tachtig jaar die vond dat je op een open dag toch eigenlijk wel in een molen naar boven moet kunnen klimmen. Maar we zagen hem nog niet buitenom langs de mast omhoog klauteren, vastgehecht aan de loodrechte staalkabel. En de andere bezoekers ook niet, eerlijk gezegd. De enige die dat durven en ook echt doen zijn de mannen van de firma Bettink. Om het verhaal af te maken vertel ik nog even dat er die dag in totaal 23 mensen in het huisje waren en dat we het aanwijsbord nog hebben teruggevonden – in twee stukken – het grootste aan de overkant van de weg vastgeklemd in een bankje. De wind hè, maar ja, daar zal je ons geen onvertogen woord over horen zeggen. Zeker niet op papier.